Week van de vrijwilliger: Bernard Pauwels

28 februari 2019

Bernard Pauwels

In het Memorial Museum Passchendaele 1917 komen iedere week vrijwilligers samen voor de aanvullende registratie van de deelcollectie Fierens en Hill 60 in het kader van het lopende waarderingstraject: ‘Weten te waarderen’. Naar aanleiding van de week van de vrijwilliger, lieten we Bernard Pauwels aan het woord.

 “Na mijn werk als opvoeder in de gesloten instellingen van Ruiselede en Beernem wilde ik niet thuiszitten. Ik wilde onder de mensen blijven en specifiek ook onder de jongeren. Daarom heb ik beslist om vrijwilliger te worden. Het geeft een enorme boost aan je zelfbeeld om aan het werk te zijn, om nuttig te blijven voor de samenleving. Ik ben vroeger ook vrijwilliger geweest voor het Vlaamse Kruis. Nu werk ik vooral voor het MMP, en af en toe ook voor Erasmus+.”

Van waar komt je passie voor erfgoed, en specifieker je passie voor WOI erfgoed?

“Mijn passie voor WOI is ontstaan omdat de broer van mijn oma gesneuveld is in de Eerste Wereldoorlog. Ik heb er vroeger opzoekingswerk rond verricht, en ik heb toen al beslist dat als ik er ooit tijd voor zou hebben, ik mij erop zou willen toeleggen.

Wat houdt je taak als vrijwilliger precies in?

“Ik ben gids in het museum. Anderzijds maak ik foto’s van de objecten in het depot van het MMP. Ik maak een globaal beeld van elk object, en detailbeelden van mogelijke schade of tekst die op bepaalde objecten vermeld staat. Dit werk is waardevol omdat alles wat geïnventariseerd wordt, bewaard blijft voor de volgende generaties. Het is belangrijk dat ook de mensen die na ons komen weten hoe het vroeger was.”

Wat is jouw favoriete object?

“Ik heb twee objecten gekozen. Een eerste is de knikkerfles of kogelfles, de codd-neck bottle, genoemd naar de frisdrankproducent Hiram Codd, die de fles in 1872 uitvond. De fles was bedoeld om koolzuurhoudende dranken in een fles te kunnen bewaren. De fles heeft een specifieke vorm, en er zit een glazen knikker met een rubbertje in. De fles wordt omgekeerd gevuld, en door de druk van het gas wordt de knikker voor de opening geduwd. Ik ben gefascineerd door dit mechanisme en door de vorm van de fles. De flesjes worden trouwens nu nog gebruikt in Japan en India. Hier zijn veel flesjes verloren gegaan. Toen kinderen na de oorlog de flesjes vonden, sloegen ze die vaak kapot om bij de knikker te komen.

Het tweede object dat ik wilde tonen is de knopenschaar, of button stick. Het is een stuk metaal dat gebruikt werd om koperen knopen op te blinken zonder je kleren vuil te maken. Men schoof de knopenschaar onder de knoop en men kon poetsen zonder dat er koperpoets op het legerkostuum kwam.”

Waar zit de uitdaging voor CO7, bij een project als dit?

De uitdaging zit erin om dit alles kenbaar te maken bij het grote publiek. Ook mensen die in eerste instantie niet geïnteresseerd lijken in het thema, zouden onder de indruk zijn van wat er allemaal in deze enorme collectie zit.”