(Fr)uitgelicht: Fruit in de pers!

Als onderdeel van het LEADER-project ‘Fruitig erfgoed’ coördineert CO7 in 2025 het historisch onderzoek naar materiële en immateriële sporen van hoogstamfruitboomgaarden in de streek. Hiervoor gebruiken we heel diverse bronnen. In de rubriek ‘(fr)uitgelicht’ laten we de rijkdom van diverse bronnen zien en wat ze ons kunnen leren over fruit in het verleden. Deze keer nemen we enkele kranten uit de eerste helft van de twintigste eeuw onder de loep. Kranten barsten immers van de kennis over fruitteelt. Zo informeren ze de lezer onder meer hoe ze het best een fruitboom plantten en welke rassen populair waren.

‘Waar uw fruitboomen aankoopen?’ Het was een vraag die prijkte op de voorpagina van het katholieke weekblad van Ieper De Halle op 12 november 1933. In een korte rubriek gaf landbouwhuishoudkundige Lea Gabriels een antwoord op deze kwestie. Om te beginnen adviseerde ze de lezers van de krant om bomen te kopen bij de juiste kwekerij: ‘Woont ge in een zware grondstreek, uw aankopen doen in een kweekerij aangelegd op zwaren grond.’ De bomen moesten bovendien jong zijn, zodat ze beter zouden wortelen en dus later een goede oogst zouden opleveren.

Een expert geeft advies over de aankoop van de juiste fruitboom. (Lea Gabriels, ‘Keuze der bomen bij het aanleggen van een fruitboomgaard’, De Halle, 12 november 1933, p. 1)

‘Waar uw fruitboomen aankoopen?’ Het was een vraag die prijkte op de voorpagina van het katholieke weekblad van Ieper De Halle op 12 november 1933. In een korte rubriek gaf landbouwhuishoudkundige Lea Gabriels een antwoord op deze kwestie. Om te beginnen adviseerde ze de lezers van de krant om bomen te kopen bij de juiste kwekerij: ‘Woont ge in een zware grondstreek, uw aankopen doen in een kweekerij aangelegd op zwaren grond.’ De bomen moesten bovendien jong zijn, zodat ze beter zouden wortelen en dus later een goede oogst zouden opleveren.

Over de effectieve aanplant lezen we meer in Het Ypersch nieuws van 30 maart 1940. Aangezien maart de laatste ideale maand was om nog fruitbomen te planten, voorzag de krant een spoedcursus fruitbomen planten in de landbouwrubriek ‘Wat er nu te doen valt’. Daar viel er onder andere te lezen dat het raadzaam was ‘de wortels der planten eerst in te modderen’ met kleiachtige grond. Deze plantte je vervolgens in een kuil van vochtige grond. Vervolgens moest de grond goed vochtig gehouden worden en bedekt worden met mest of bladeren.

De grond rond de fruitbomen mocht dus niet droog zijn, maar zeker ook niet te nat. Clara Vervaeke, een andere landbouwhuishoudkundige, schreef in De Halle over de drainage van de grond die voorafging aan de aanleg van een fruitboomgaard. Daarin keerde ze zich tegen enkele oudere drainagetechnieken en stelde ze een beter alternatief voor: 

‘In ’t midden, tusschen twee rijen boomen, maakt men een groef, 60 cm. diep, 40 cm. breed, daarin brengt men de steenbrokken of scherven. Het water vloeit naar de groef toe en moet gemakkelijk weggeleid kunnen worden. Zoo blijft de grond noch te nat noch te droog, hetgeen van groot belang is voor de gewassen, zoowel fruitboomen als gras.’

Wat opvalt bij deze drie krantenartikelen is dat een goede oogst van groot belang was. ‘De nalatigheid van een enkelen nacht, is voldoende om de oogst van deze fruitsoorten gedeeltelijk of geheel te vernietigen’, waarschuwt Het Ypersch nieuws. Het was dus uiterst belangrijk om te allen tijde goed te zorgen voor je fruitbomen. Deze situatie stond haaks op die van de negentiende eeuw, toen mensen weinig oog hadden voor het onderhoud van de bomen op de fruitweide. Een verklaring voor deze veranderde aandacht is wellicht te vinden in de toenemende commercialisering van fruit. De kwaliteit van het fruit diende beter dan ooit te zijn om verkocht te kunnen worden op de markt. 

Welke rassen waren dan het meest winstgevend? Het Ypersch nieuws gaf op 12 februari 1938 een top 5 van de hotste appel-, peren-, kersen- en pruimenbomen. De Durondeau bleek toen de koning der peren te zijn en voor de appels vervulde de Belle-fleur large mouche die rol. Bij de kersenbomen nam de vroegrijpe St. Jan de eerste plaats in. Altesse double prijkte dan weer bovenaan de ranking van de pruimen. 

In een periode waarin de omslag van thuisconsumptie naar commercie kenmerkend was voor de fruitteelt, speelden lokale kranten dus een vrij verrassende rol. Experts deelden er hun kennis over fruitteelttechnieken om een kwaliteitsvolle oogst te garanderen. Kranten waren bovendien een uitstekend medium om die kennis te delen met een breed publiek. Op deze manier konden mensen vrij laagdrempelig kennis opdoen en verzamelen om het beste fruit te kweken. 

Een opsomming van enkele winstgevende fruitrassen ‘die in een goed aangelegen boomgaard niet zouden mogen ontbreken’. (Amédée Hantson, ‘Landbouwkroniek: Weiden – Weilanden – Boomgaarden’, Het Ypersch nieuws, 12 februari 1938, p. 7)

Een opsomming van enkele winstgevende fruitrassen ‘die in een goed aangelegen boomgaard niet zouden mogen ontbreken’. (Amédée Hantson, ‘Landbouwkroniek: Weiden – Weilanden – Boomgaarden’, Het Ypersch nieuws, 12 februari 1938, p. 7)

Alle geraadpleegde kranten kan je terugvinden op de website van Historische kranten:

  • Lea Gabriels, ‘Keuze der bomen bij het aanleggen van een fruitboomgaard’, De Halle, 12 november 1933, p. 1.
  • Onbekende auteur, ‘Wat er nu te doen valt’, Het Ypersch nieuws, 30 maart 1940, p. 10.
  • Clara Vervaeke, ‘Draineering bij den aanleg van een fruitboomgaard, De Halle, 5 november 1933, p.1.
  • Amédée Hantson, ‘Landbouwkroniek: Weiden – Weilanden – Boomgaarden’, Het Ypersch nieuws, 12 februari 1938, p. 7.

Contactpersonen