Geen geknabbel aan mijn collectie!

In het Erfgoeddepot DEPOTYZE staan we altijd klaar om collectiebeheerders te ondersteunen met raad en daad, ongeacht de grootte, waarde of onderwerp van hun collectie. Zo zijn we gecontacteerd door de gemeente Vleteren voor een kleine collectie religieuze objecten uit de voormalige pastorij van Oostvleteren. Deze collectie, bestaande uit: enkele glasramen, een plaasteren kruisweg en divers religieus textiel, kon niet langer op deze plaats bewaard blijven. Daarop werd beslist om de objecten over te brengen naar het nood- en transitdepot van het Erfgoeddepot DEPOTYZE om ze te inventariseren, alvorens ze te herbestemmen.

Beige manipel met goudbrokaatversiering afkomstig van de voormalige pastorij Oostvleteren © CO7

Controle van de objecten

Schadepatroon door textiel-etende insecten op een koorkap afkomstig van de voormalige pastorij Oostvleteren © CO7Wanneer objecten in het Erfgoeddepot DEPOTYZE binnenkomen worden ze niet onmiddellijk in de depotruimtes geplaatst. In het depot worden namelijk diverse collecties samengebracht en de objecten mogen dus niet aangetast zijn door schimmels of insecten, aangezien ze anders voor contaminatie van de reeds gedeponeerde stukken kunnen zorgen. De gedeponeerde objecten worden daarom altijd eerst in quarantaine geplaatst en gecontroleerd voordat zij een vaste standplaats krijgen in één van de depotruimtes.

Bij controle van de objecten uit de voormalige pastorij bleken enkele textielobjecten sporen van biologische aantasting te bevatten. Specifiek gaat het om aantasting door een textiel-etend insect. De objecten bevatten zowel kleine als grote lacunes met een grillige rand in één specifieke laag. Deze aantasting moet al een tijd bezig zijn geweest want bij een koorkap was een oude herstelling uitgevoerd die duidelijk bedoeld was om de schade te maskeren.

Wanneer dergelijke schade wordt vastgesteld is het altijd interessant om te kijken door welk specifiek insect de schade is toegebracht. Deze conclusie uitsluitend op het vraatpatroon baseren, is doorgaans zeer moeilijk omdat het onderscheid tussen verschillende insecten op dit vlak klein kan zijn. Wat wel uitsluitsel geeft zijn de sporen die de insecten zelf nalaten. In dit geval werden restanten gevonden die afkomstig zijn van wolbeertjes, dit zijn de larven van de tapijtkever (Anthrenus verbasci L.). Deze wolbeertjes kunnen tot zeven keer vervellen tot ze uiteindelijk verpoppen en transformeren in een kever.

Aangetaste objecten, wat nu?

Restant dat achterblijft wanneer een wolbeertje verveld, vergroting X20 © Sofie Van de WieleWanneer een aantal aangetaste objecten zich binnen een collectie bevinden betekent dit zeker niet dat deze objecten daarvoor moeten afgestoten worden. De behandeling van een aantasting door textiel-etende insecten kan zelfs relatief eenvoudig zijn. De meest doeltreffende methode bestaat uit het invriezen van de stukken.

De behadeling begint met de ondersteuning van de objecten met rolletjes van zuurvrij zijdepapier op de plaatsen waar het textiel geplooid zit. Op deze manier wordt voorkomen dat bij het uithalen van de objecten uit de diepvriezer de bevroren textielvezels breken.

Afbeelding met binnenAutomatisch gegenereerde beschrijvingVervolgens worden de objecten verpakt in stevige plastic folie (PE-folie) en bijna volledig dichtgeseald. Deze stap is noodzakelijk om te voorkomen dat condensatievocht neerslaat op het object wanneer het uit de diepvriezer wordt gehaald. Het Erfgoeddepot DEPOTYZE beschikt over speciale PE-buisfolie waarmee de objecten op een correcte manier kunnen verpakt worden.

Afbeelding met persoon, binnen - Automatisch gegenereerde beschrijvingDaarbij is het belangrijk om zo weinig mogelijk lucht in de verpakking te hebben. Ook in deze lucht zit namelijk vocht dat kan neerslaan op de objecten wanneer deze terug worden ontdooit. Een eenvoudige manier om de lucht in de verpakking te onttrekken is door een uitsparing te laten in de sealnaad en met een museumstofzuiger de lucht uit de verpakking te zuigen. Om te voorkomen dat de verpakking zich direct terug vult met lucht moet deze snel worden afgesloten met tape alvorens de verpakking verder dicht te sealen.

Na deze voorbehandeling zijn de objecten klaar voor het invriezen. De tijd dat de objecten in de diepvriezer moeten blijven is afhankelijk van de temperatuur die de diepvriezer kan bereiken. Hoe lager de temperatuur, hoe korter de behandelingstermijn is. Het is namelijk noodzakelijk om naast de larven ook de eitjes van de tapijtkever te doden, anders zal de aantasting zich na de behandeling doorzetten. De vriezer in het Erfgoeddepot DEPOTYZE kan een temperatuur van -28°C bereiken waardoor er slechts een behandelingstermijn nodig is van vier dagen.

condens treedt op aan de buitenzijde van de verpakkingAlvorens de verpakking te openen en de objecten te manipuleren, is het belangrijk om een extra dag te wachten zodat de objecten rustig kunnen ontdooien. Daarbij zal er condensvocht neerslaan aan de buitenzijde van de verpakking maar niet in de verpakking.

Na deze diepvriesbehandeling worden de objecten nog eens grondig gereinigd met behulp van een museumstofzuiger met HEPA filter en een zachte borstel. Op deze manier kunnen de restanten van de gedode eitjes, larven en volwassen textielkevers in de toekomst geen nieuwe voedingsbodem vormen voor andere insecten en zijn de objecten stofvrij om in het depot geplaatst te worden.

Reiniging van objecten

Uiteraard is de behandeling altijd afgestemd op het object zelf. Sommige behandelingen kunnen namelijk meer schade toebrengen dan dat het voor een oplossing zorgt. Indien u zelf insectenschade of schimmel opmerkt aan uw erfgoedobjecten kunnen wij samen de gepaste stappen bespreken en ondersteuning bieden in de behandeling. Aarzel dus niet om bij eventuele vragen contact met ons op te nemen.

(Klik op de afbeeldingen om ze te vergroten.)